Little black sweater diy
- Meike de Pont
- 24 jan 2016
- 8 minuten om te lezen
In deze blog zal ik je leren hoe je de little black sweater DIY moet maken. Ik ben zelf echt gek op het model, heb er al vier truien van gemaakt. Ik vind het model zo chill door de lengte, maar vooral door de mouwen. Ze zijn lang en vrij breed, waardoor je je handen er lekker in kan laten wegzakken. Ook beginnen de mouwen pas halverwege de bovenarm waardoor je niet het probleem hebt dat het zo strak om je oksel zit. Hoef je je ook weer wat minder zorgen te maken als je weer eens veul te laat weg gaat en je na twee minuten fietsen alweer helemaal bezweet bent. Ik heb ook dit model weer overgenomen van een andere trui, of eigenlijk een kort topje met een blote achterkant. Erg leuk voor een feestje, maar op je werk wordt het geloof ik toch wat minder gewaardeerd. Of juist te erg...
Oké wederom first things first. Het is een donkere trui, dus daar hoort donkere muziek bij. In combinatie met het ellendige weer is dat perfect om binnen te blijven en te werken! Ik heb zelf een hele waslijst aan melancholische liedjes, maar aangezien je wel wil bijven functioneren en niet langzaam weg wil zakken in een depressie, geef ik je deze muziektip: Oscar and the Wolf. Ik ken het nog niet zo lang, maar ben er een tijd echt heel erg verslaafd aan geweest. Elk moment van de dag probeerde ik het op te zetten. Het is donker, stoer en, als je liefdesverdriet hebt, erg intens. Maar kijk zelf maar wat je ervan vindt. :)
Stap 1: Benodigdheden DIY fashion trui
Zorg dat je alles wat je nodig hebt in huis hebt:
1. Mooie stof! Ik heb bij deze trui gekozen voor dun wol dat rekt. Deze stof is namelijk megazacht en valt goed en dat vind ik het allerbelangrijkst. Het moet toch lekker voelen weet je ;). Dit model is trouwens denk ik een s of een kleine m. Als je het groter wil, kun je bij alle randen een halve centimeter extra doen voor één maat groter.
2. Bakpapier. Het liefst een rol en geen losse vellen. Die rollen haal je echt voor 40cent bij de Action. Dit gebruik ik altijd als papier voor patronen, omdat hetdoorschijnend is. Je kunt ook in de winkel ‘professioneel’ papier kopen, maar dat kostgeloof ik nog wel wat. Je kunt zelfs nog bij de Ikea dat bruine papier jatten, schijntook goed te werken, maar ik ben fan van bakpapier (mensen in de winkel kijken mealtijd wel een beetje vreemd aan als ik met 10 rollen aankom haha).
3. Naaimachine met daar in draad die past bij de kleur van het shirt. Koop ook een jersey naald voor in de naaimachine, anders pakt de naald de stof niet goed.
5. Stofschaar, spelden, geodriehoek, potlood met scherpe punt en krijt dat speciaal voor stof gebruikt kan worden (kun je in de winkel even vragen. Kies meerdere kleuren, want wit op wit zie je bijvoorbeeld natuurlijk niet;)) Stap 2: De mouwen van de DIY fashion trui
Tot nu toe heb ik het nog niet gedaan en ik weet ook niet hoe makkelijk het is, maar voor deze trui wil ik je graag het patroon geven. Het is namelijk niet zo moeilijk en vrij recht toe, recht aan. Pak in ieder geval het bakpapier erbij. Zorg voor een recht stuk zowel van de zijkant (als het goed is, is dat natuurlijk altijd recht) als van de bovenkant. Dan zet je tot aan 42,5 cm van de zijkant van het bakpapier een streep. Dit is de lengte van de mouw. Dan maak je deze aan de ene kant (de aanhechtingskant) 14 cm breed en de andere kant 12 cm (het uiteinde). Laat de onderste streep geleidelijk van 14 naar 12 cm overgaan. De lijn loopt dus ietsje schuin. Als het goed is, heb je nu de strook (de mouw). Schrijf aan de 14 cm kant ook even op dat dat de aanhechtingskant is (waar de mouw dus aan de trui wordt vastgemaakt).
Stap 3: Het voorpand Oké, Voor het voorpand ga je weer uit van de rechte zijkant van het bakpapier. Zet een streep bij 44 cm. Dit is de lengte van de trui. Trek aan de onderkant haaks op de rechte lijn een lijn van 27 cm. Dit wordt de onderkant in de breedte van de trui. Dit is wel gedeeld door 2, omdat je maar één helft van de trui tekent. Dat is omdat je in het midden geen naad wil hebben en je de stof dus dubbelvouwt als je het patroon erop tekent. Aan de bovenkant trek je een lijn van 34 cm. De eerste 10 cm van die lijn wordt in de breedte de hals. Voor de eerste 10 cm in de lijn naar beneden geldt hetzelfde. Het voorbeeld maakt dit hopelijk wat
duidelijker.
Probeer de hals een mooie ronding te geven zoals op de foto. Oké dan door naar het vormen van het mouwsgat. Ga naar het einde van de bovenste lijn en trek een lijn 13 cm naar beneden. Ga vervolgens (in een ronde boog) 2 cm naar binnen zoals op de foto hieronder. Trek de lijn naar beneden tot die de onderste lijn weer raakt. Als het goed is, heb je nu het voorpand.
Stap 4: Het achterpand Het achterpand gaat vrijwel hetzelfde als het voorpand, al zijn de lengtes en breedtes net wat anders. Ga weer uit van de rechte zijkant van het bakpapier. Trek een lijn van 44 cm naar beneden en aan de onderkant (in een hoek van 90 graden) een lijn van 27 cm. Maak aan de bovenkant weer een ronding voor de hals. Dit keer ga je 6 cm naar beneden ipv 10. Je gaat wel weer 10 cm naar de zijkant. Zie de foto.
Voor het armsgat ga je weer 13 cm naar beneden en maak je dit keer een inkeping van 4 cm (zie de foto)
Trek vervolgens weer een lijn naar beneden. Nu heb je ook het achterpand! Tenminste, je moet het wel allemaal even netjes uitknippen natuurlijk. Stap 5: Patroondelen op de stof
Oké nu kunnen we beginnen! Pak de stof die je wil gebruiken en vouw deze dubbel met de goede kant (de mooie kant) naar binnen, dus op elkaar. Je tekent de patroondelen namelijk op de lelijke bnnenkant. Vouw de stof zo dubbel dat je geen stof verspilt, dat zou zonde zijn. Dus niet de stof in het midden vouwen zodat je aan alle twee de kanten even grote stukken stof hebt, want dat heb je nooit nodig. Gewoon een randomvouwen, net groot genoeg voor je patroon.
Speld de patronen vast op de stof. Leg de patroondelen die op het patroon de vouwlijn zijn (dus wat ik de hele tijd de rechte kant van het bakpapier noemde) op de rand waar de stof ook dubbelgevouwen is. Ook bij de mouwen maak je gebruik van de vouwlijn aangezien het bovenste deel van de mouwen ook geen naad heeft. Vergeet daarnaast niet dat de mouwen twee keer moeten.

Stap 6: En krijten maar
Leg je geodriekhoek langs de rand van het papier en trek je krijt langs die rand. Je kunt het ook zonder geo driehoek doen en gewoon het papier volgen, maar mijn ervaring is dat de lijn scherper wordt als je een geodriehoek gebruikt.
Op de tweede foto zie je dat ik mijn geodriehoek op 1,5 cm afstand van de rand van het papier leg. Dat is voor de naad en zoomlijnen. Je naait de stof namelijk op de eerste lijn, maar je wil wel wat speling hebben om op te naaien. Dit klinkt misschien wat onduidelijk, maar als je de stof gaat spelden, wordt het logischer. Pak voor de ‘normale’ randen van het shirt 1,5 cm afstand en voor de zoom (dat zie ik als de halslijn, het einde van de mouwen en de onderkant van het shirt) 2 cm. Hier moet je meer stof overhouden, omdat je die stukken straks moet dubbelvouwen om het mooi af te werken. Maar daar komen we zo wel op.
Stap 7: Knippen en spelden
Knip nu de stof bij de buitenste lijn uit met je stofschaar. Vervolgens kun je de dubbelgevouwen delen weer van elkaar afhalen en heb je een voor- en achterpand en twee mouwtjes als het goed is. Speld nu het voor- en achterpand op elkaar, maar stop bij het begin van de mouwen. Als je alles dichtspeld, heb je geen armsgaten meer.
Zoals je op de foto's ziet, speld ik de spelden niet verticaal met de binnenste lijn mee, maar horizontaal. Dwars op de lijn dus. Dit doe ik, omdat je ten eerste dan met je naaimachine over de naalden heen kan naaien zonder dat je naald kapot gaat. Ten tweede zorgt het ervoor dat het shirt minder uitgerekt wordt. Het vervelende met stretchstoffen is namelijk dat het voetje van de naaimachine en de spelden die verticaal gespeld worden, de stof platdrukken en uitrekken. Hierdoor gaat de stof lubberen. Begeleid de stof dus ook goed bij het naaien. Ga er niet aan de achterkant aan trekken. Speld ook de mouwen aan de onderkant aan elkaar vast (foto 2). Speld daarna ook de schouderpanden van het shirtje (foto 3)
Stap 8: Naaien, naaien, naaaaaien
Naai de panden nu aan elkaar. Gebruik de stretchnaald en de zigzag stand op je naaimachine (bij het zwarte puntje). Deze zorgt ervoor dat stretchstof zo min mogelijk gaat lubberen. Doe het langzaam en met beleid en dan moet het lukken.
Stap 9: Mouwen erin en (bijna) klaar
Oké nu zitten de panden aan elkaar en heb je als het goed is twee gaten over waar de mouwen moeten komen. Nu moeten de mouwen daar aan komen. Dit is een beetje lastig en vooral moeilijk om op papier uit te leggen, maar ik ga een poging wagen. Ik gebruik echter foto's van een jas die ik heb gemaakt, omdat ik de trui al een tijd geleden in elkaar had gezet en er geen foto's had gemaakt. Je draait de mouwen naar de goede, mooie kant van de stof. Dan leg je de mouw aan de binnenkant van het armsgat. De goede kanten van de stof liggen dus weer op elkaar.
Doe dan een speldje precies in de vouwlijn van de mouw (aan de bovenkant dus). Zo weet je aan de bovenkant wat het midden van de mouw is. Dat moet namelijk aan de bovenkant van het armsgat (aan het schouderpand) vastgemaakt worden. Dat hoef je echter niet te markeren, omdat de naad daar precies het midden van het armsgat is. Dan speld je ook de onderste naden van de mouwtjes aan de onderkant van het armsgat. Die moeten precies op elkaar liggen dus wees nauwkeurig. Anders draait de mouw namelijk een beetje raar om je arm. Dit zal je vast nog wel eens meemaken en dan weet je wat ik bedoel. Vervolgens speld je ook de rest van de mouw vast. Test eerst of de mouw goed zit door het hele shirtje even goed te doen en aan te trekken. Klopt het? Dan zit het er goed in. Naai dit ook vast en als het goed is, heb je dan de mouwen. Dan zit dat ding toch mooi in elkaar! Het hoeft niet per se perfect te zijn, maar oefening baart echt kunst. En als het is mislukt, haal je het er gewoon uit met een tornmesje en zet je het opnieuw vast. Dat heb ik werkelijk al 80 keer gedaan geloof ik.
Stap 10: Lekker afwerken
Nu komt de stomste stap en dat is natuurlijk het afwerken. Niemand houdt hier volgens mij van en ik al helemaal niet, maar goed het hoort erbij. Je wil er natuurlijk niet bij lopen als een sloeber of - erger nog - dat mensen zeggen: 'heb je dat zelf gemaakt?' Blugh, liever hoor ik: 'wat vet, waar heb je dat gekocht?' Maar daarom móét je dus afwerken. Dit doe je door de rand van de stof tweemaal heel dun dubbel te vouwen. Speld dat vervolgens weer vast. Je moet het dubbelvouwen, omdat je anders het afgeknipte randje van het shirt blijft zien en het dus niet mooi afgewerkt is.
Doe dat ook bij de hals en de mouwen en naai het allemaal vast. Vooral tijdens het afwerken niet te snel met de naaimachine er doorheen willen rauzen, want dan gaat de stof echt heel erg lubberen. Je houdt het altijd wel een beetje hoor, tenminste ik. Ben vaak ook iets te ongeduldig dus dan knal ik het er alsnog snel doorheen, maar ik heb achteraf altijd spijt. Je kan het daarna namelijk ook niet meer terugdraaien. Maar goed daarna ben je klaar! Heb je ineens een megachille wintertrui! Als je wil, kan je de trui natuurlijk zo lang maken als je zelf wil, of met een smallere hals, kortere mouwen, lange achterkant korte voorkant, noem het maar op.
Einde!
Liefs, Meike
Kommentare