DIY shirt lievelings bandje
- Meike de Pont
- 21 jan 2016
- 10 minuten om te lezen
Dit wordt mijn eerste blog en ik vind het natuurlijk heel spannend. Ik zal in deze blog proberen te laten zien hoe ik dit shirtje heb gemaakt. Daarnaast gelijk een kleine waarschuwing over iets wat je blijkbaar (als je af en toe niet zo oplet, zoals ik) fout kan doen, maar dat komt zo. Het shirtje dat ik heb gemaakt, is van een wolachtige stof. Ik vind dat zelf erg fijn, omdat het megazacht is en dus heel lekker zit. De tekst staat er op geborduurd en dat heb ik ook met wol gedaan. Ik moet er trouwens wel gelijk bij zeggen dat dit niet de officiële manier is om een shirtje te maken en dat het iets minder nauwkeurig is, maar daar merk je echt niets van. En het leuke is dat dit een hele snelle manier is om simpele, maar erg fijne shirtjes in elkaar te zetten. Maar oké nu dus even first things first.
Stap 1: muziekje
Zet chille muziek op of een serie aan. Muziek is misschien slimmer, omdat je dan beter oplet, maar ik heb er ook al heel wat series doorheen geknald. Een toepasselijke muziektip is het album Glowing Eyes van Matt Winson (de band waar het shirtje voor is gemaakt), met als lievelingsliedje Into Pieces. Klik bovenaan op soundcloud.
Stap 2: get the stuff voor het Do It Yourself shirtje
Zorg dat je alles wat je nodig hebt in huis hebt:
1. Leuk model shirtje dat je al hebt (je kan het ook kopen natuurlijk) waar je het patroon van over
kan nemen
(uitleg komt zo, no worries). Ik heb voor dit shirt gekozen, omdat het heerlijk zit en gemakkelijk over te nemen is.
2. Bakpapier. Het liefst een rol en geen losse vellen. Die rollen haal je echt voor 40 cent bij de Action. Dit gebruik ik altijd als papier voor patronen, omdat het doorschijnt. Je kunt ook in de winkel ‘professioneel’ papier kopen, maar dat kost geloof ik nog wel wat. Je kunt ook bij de Ikea dat papier jatten, schijnt ook goed te werken, maar ik ben fan van bakpapier (mensen in de winkel kijken me ook altijd nogal vreemd aan als ik 10 rollen koop haha).
3. Stof naar keuze, maar ik zou gaan voor jersey of tricotstoffen (rekbare stoffen dus), waar je op kan tekenen met textiel krijt.
4. Naaimachine met daar in draad die past bij de kleur van het shirt. Koop ook een jersey naald voor in de naaimachine, anders pakt de naald de stof niet goed.
5. Stofschaar, spelden, geodriehoek, potlood met scherpe punt en krijt dat speciaal voor stof gebruikt kan worden (kun je in de winkel even vragen. Kies meerdere kleuren, want wit op wit zie je bijvoorbeeld natuurlijk niet;))
6. Wol om mee te borduren. Ik zou voor dunne wol kiezen, anders krijg je enorme gaten in je shirt.
7. Borduurset of een rondje met een gat erin. Ik heb iets gekocht bij de action waar je eigenlijk mu
tsen mee kan breien, maar je kunt het ook voor borduren gebruiken. Ik raad je echter aan om toch gewoon zo’n rondje te kopen (dat houten ding). Ik ben er helaas nog steeds niet achter hoe het precies heet.
8. Dikkere naald met een groter oog (gat) waar de wol om mee te borduren makkelijk doorheen kan.
Stap 3: patronen maken
Pak je oude shirtje, doe het binnenstebuiten en leg dat helemaal gladgestreken op de grond. Vervolgens vouw je het shirt dubbel, maakt niet uit of je eerst de voor of achterkant pakt. Zorg ervoor dat het zo glad mogelijk blijft en leg de naden zo precies mogelijk op elkaar. Als je hier een tijdje mee aan het kloten bent, is dat volkomen normaal, mij lukt het ook nooit om het helemaal precies en glad en recht te krijgen. Het gaat erom dat de stof niet van binnen teveel op elkaar ligt, want dan krijg je ineens een veel kleiner shirtje dan je wil.
Dit shirtje ligt op de foto zo gevouwen dat ik eerst het patroon overneem van de voorkant. Je vouwt het shirtje in tweeën om ervoor te zorgen dat je straks twee dezelfde helften hebt. Als je het niet dubbel vouwt gaat het geheid mis en is de linkerkant bijvoorbeeld veel breder dan de rechterkant en geloof me: dat wil je niet.
Stap 4: Overtrekken maar
Nu pak je het bakpapier en dat leg je over het shirt. Als het goed is, kan je door het papier heen de contouren van het shirt zien. Ik leg de rand van het bakpapier altijd tegen de recht gevouwen rand van het shirt, zodat het tenminste recht is, ook al ligt je shirt niet helemaal recht. Die rand hoort namelijk eigenlijk kaarsrecht te zijn, maar dat krijg je nooit voor elkaar op deze manier. Dus een beetje passen en meten en vooral zachtjes aan het shirt trekken zodat het goed ligt. Teken vervolgens met je potlood de lijnen van het shirt over. Niet te hard, want dan ga je er doorheen. Voel goed waar de naden zitten als je ze niet goed door het papier heen kan zien. Probeer het bakpapier niet te verschuiven, want dan klopt het shirt niet!
Doe dit vervolgens ook met het achterkant van het shirt en de mouw. De mouwtjes hoef je niet op elkaar te leggen, want die maak je toch afzonderlijk op de stof. Dus gewoon één mouw zo recht mogelijk leggen, waarbij de naden duidelijk zichtbaar zijn en overtekenen. Met name de onderkant van de mouw (waar je oksel zit dus) moet goed recht liggen. Leg de rechte kant van het bakpapier weer op de vouwlijn van de mouw. Dan is dat ook zeker weten recht (wat ook de bedoeling is).
Stap 5: patroon op stof
Oké, nu heb je dus het patroon. Bewaar deze goed, want dit kan je voortaan altijd gebruiken :) En vergeet niet er op te schrijven wat het is en met een duidelijke beschrijving. Hoe vaak ik niet patronen tegenkom met daarop ‘dat ene blauwe shirtje’. Daar heb je dus echt geen reet aan. Maar goed, nu moet je het patroon uitknippen (niet met een stofschaar, want dan wordt het bot). Leg vervolgens je nieuwe stof dubbelgevouwen neer en leg daar je patroonstukken op. Erg belangrijk om de goede kanten van de stof (dus de mooiste kant, die de buitenkant van je shirtje wordt) op elkaar te leggen en dus naar binnen te leggen. Op die kant teken je dan namelijk niet. Daarnaast moeten de stukken die bij het shirtje de vouwlijn zijn, ook op de stof op de vouwlijn. Speld de patroondelen goed en netjes vast. De mouwen moeten trouwens twee keer (op zich logisch, maar ik vergeet het nog wel eens).
Stap 6: patroon tekenen
Leg je geodriekhoek langs de rand van het papier en trek je krijt langs die rand. Je kunt het ook zonder geo driehoek doen en gewoon het papier volgen, maar mijn ervaring is dat de lijn scherper wordt als je een geodriehoek gebruikt.
Op de tweede foto zie je dat ik mijn geodriehoek op 1,5 cm afstand van de rand van het papier leg. Dat is voor de naad en zoomlijnen. Je naait de stof namelijk op de eerste lijn, maar je wil wel wat speling hebben om op te naaien. Dit klinkt misschien wat onduidelijk, maar als je de stof gaat spelden, wordt het logischer. Of je kunt het natuurlijk proberen met één lijn en dan merk je vanzelf waarom dat fout gaat ;). Pak voor de ‘normale’ randen van het shirt 1,5 cm afstand en voor de zoom (dat zie ik als de halslijn, het einde van de mouwen en de onderkant van het shirt) 2 cm. Hier moet je meer stof overhouden, omdat je die stukken straks moet dubbelvouwen om het mooi af te werken. Maar daar komen we zo wel op.
Stap 7: Spelden van panden
Knip nu de stof bij de buitenste lijn uit met je stofschaar. Vervolgens kun je de dubbelgevouwen delen weer van elkaar afhalen en heb je een voor- en achterpand en twee mouwtjes als het goed is. Speld nu het voor- en achterpand op elkaar, maar stop bij het begin van de mouwen, dus bij de oksel. Als je alles dichtspeld, heb je geen armsgaten meer. Het domme is dat ik het shirt al in elkaar heb gezet en geen foto’s heb gemaakt van het naaiproces, maar op zich moet het ook lukken met foto’s waarbij het al in elkaar zit.
Zoals je op de foto ziet, speld ik de spelden niet verticaal met de binnenste lijn mee, maar horizontaal. Dwars op de lijn dus. Dit doe ik, omdat je ten eerste dan met je naaimachine over de naalden heen kan naaien zonder dat je naald kapot gaat. Ten tweede zorgt het ervoor dat het shirt minder uitgerekt wordt. Het vervelende met stretchstoffen is namelijk dat het voetje van de naaimachine en de spelden die verticaal gespeld worden, de stof platdrukken en uitrekken. Hierdoor gaat de stof lubberen. Begeleid de stof dus ook goed bij het naaien. Ga er niet aan de achterkant aan trekken. Speld ook de mouwtjes aan de onderkant aan elkaar (dus alleen dat hele kleine stukje onder de oksel). Speld daarna ook de schouderpanden van het shirtje.
Stap 8: pak de naaimachine
Naai de panden nu aan elkaar. Gebruik de stretchnaald en de zigzag stand op je naaimachine (bij het zwarte puntje). Deze zorgt ervoor dat stretchstof zo min mogelijk gaat lubberen. Doe het langzaam en met beleid en dan moet het lukken.
Stap 9: mouwen inzetten
Oké nu zitten de panden aan elkaar en heb je als het goed is twee gaten over waar de mouwen moeten komen. Nu moeten de mouwen daar aan komen. Dit is een beetje lastig en vooral vrij moeilijk om op papier uit te leggen, maar ik ga mijn best doen. Je draait de mouwtjes naar de goede, mooie kant van de stof. Dan leg je de mouw aan de binnenkant van het armsgat. De goede kanten van de stof liggen dus weer op elkaar.
Doe dan een speldje precies in de vouwlijn van de mouw. Zo weet je aan de bovenkant wat het midden van de mouw is. Dat moet namelijk aan de bovenkant van het armsgat (aan het schouderpand) vastgemaakt worden. Dan speld je ook de onderste naden van de mouwtjes aan de onderkant van het armsgat. Die moeten precies op elkaar liggen dus wees nauwkeurig. Anders draait de mouw namelijk een beetje raar om je arm. Dit zal je vast nog wel eens meemaken en dan weet je wat ik bedoel. Vervolgens speld je ook de rest van de mouw vast. Test eerst of de mouw goed zit door het hele shirtje naar de goede kant te draaien en aan te trekken. Klopt het? Dan zit het er goed in. Naai dit ook vast en als het goed is, heb je dan de mouwen! Woop Woop! Dan zit dat ding toch mooi in elkaar! Het hoeft niet per se perfect te zijn hoor, maar oefening baart echt kunst.
Stap 10: afwerken
Nu komt de stomste stap vind ik zelf. Het afwerken van de zomen. Dit doe je door de rand van de stof tweemaal heel dun dubbel te vouwen. Speld dat vervolgens weer vast. Je moet het dubbelvouwen, omdat je anders het afgeknipte randje van het shirt blijft zien en het dus niet mooi afgewerkt is. Eerst denk je misschien: ach boeie, maar dat gaat na een tijdje echt irriteren.
Eerst één keer vouwen.
Dan de tweede keer dubbel.
En vastspelden.
Doe dat ook bij de hals en de mouwen en naai het allemaal vast. Vooral tijdens het afwerken niet te snel met de naaimachine willen, want dan gaat de stof echt heel erg lubberen. Je houdt het altijd wel een beetje hoor, tenminste ik. Ben vaak ook iets te ongeduldig dus dan knal ik het er alsnog snel doorheen, maar ik heb achteraf altijd spijt. Je kan het daarna namelijk ook niet meer terugdraaien. Maar goed daarna ben je klaar! Dan heb je echt je eigen shirt gemaakt, mega vet toch?! En het mooie is dat je dit met al je lievelingsshirts en truien op dezelfde manier kunt doen. Ik heb één model waar ik helemaal weg van ben en daar heb ik er nu echt tien van. De ene keer maak ik hem wat langer, de andere keer korter en nog een keer met een open achterkant.
Stap 11: borduren
Nu komt het borduren. En hier ging ik dus de fout in, wat achteraf nogal dom was, maar het was laat..of zo.. (eigenlijk het was natuurlijk gewoon echt heel dom haha). Zoals je namelijk op de foto kan zien, staat er op het shirt niet Matt Winson, maar Ttam Nosniw. Supercool als ik fan was geweest van een Russische band, maar dat is dus niet zo jammer genoeg. Blijkbaar snap ik gewoon niets van spiegelbeeld, want toen ik halverwege het borduren (op de goede manier) het shirt aandeed en in de spiegel keek zag ik tot mijn grote schrik dat het er verkeerd op stond. Ik baalde en haalde alles eruit en heb er serieus geen seconde bij stilgestaan dat spiegelbeeld alles omdraait en dat ik het dus wel goed deed. Maar goed, ik heb alles toen met krijt achterstevoren in spiegelbeeld op het shirt geschreven en getekend en het vrolijk geborduurd. Toen ik het shirtje supertrots aandeed voor mijn huisgenootje, kwam ze met het droge commentaar: ‘het is heel leuk, maar weet je wel dat ik Ttam Nosniw lees?’ Ik heb denk ik een half uur lopen schelden, maar had ook echt geen zin om alles eruit te halen. Gelukkig valt het shirt nog steeds goed in de smaak, maar jij hoeft deze fout dus niet te begaan haha;).
Anywho, teken op je shirt wat je erop wilt hebben. Houdt er rekening mee dat als je textielkrijt gebruikt, je datgene wat je tekent er niet meer uitkrijgt. Dus dan moet je heel netjes op de lijntjes borduren. Maak vervolgens je shirt vast op het rondje en pak een stuk wol. Pas op dat je de stof niet te strak trekt, want het is stretch dus dan wordt het borduren minder mooi.
Daarna kan je beginnen met borduren. Ik gebruik zelf de kruissteek. Dat houdt in dat je steeds kleine kruisjes maakt.
Je zet eerst één schuin streepje.
En dan de volgende over het andere streepje.
Er zijn nog veel meer steken die je denk ik kunt gebruiken, maar ik vind dit zelf dat dit echt een heel leuk effect geeft. Helaas duurt het borduren wel even, maar ik denk dat je er vanzelf handigheid in krijgt. Dit was ook mijn eerste keer. Ik vind het zelf echt superleuk om te doen, maar je moet dus wel een beetje geduld hebben.
En daarna is het echt klaar! Je kunt jezelf natuurlijk ook al de moeite besparen en gewoon een shirt kopen en daar iets op borduren, maar ik zou echt een keer proberen zelf een shirtje te maken. Je hebt er zoveel plezier van en als je het eenmaal doorhebt, kun je zo makkelijk en snel je eigen unieke en op maat gemaakte kleding maken :)
Einde!
Liefs, Meike
Comments